Keuze antibioticum

  • Opmerkingen

    Postoperatieve infecties worden zeer vaak veroorzaakt door commensale flora. Wanneer de anatomische barrière (de huid) doorbroken wordt door de incisie, kunnen de huidkiemen de wond koloniseren en wondinfecties veroorzaken. De meest voorkomende verwekkers van postoperatieve wondinfecties zijn Staphylococcus aureus, coagulase negatieve stafylokokken, streptokokken, Enterobacteriaceae en Pseudomonas-species.

    Het eerste generatie cefalosporine cefazoline is actief tegen de meest courante gram-positieve bacteriën op de huid. Cefalosporines zijn actief tegen B-lactamase-producerende stafylokokken, maar niet tegen MRSA (methicilline-resistente Staphylococcus aureus). Wanneer een anaërobe dekking noodzakelijk is (vb. bij colonchirurgie), associeert men ornidazole (metronidazole bij kinderen) dat actief is tegen anaërobe bacteriën.

    Voor patiënten gekoloniseerd of geïnfecteerd met MRSA wordt vancomycine toegevoegd aan de standaard profylaxe:

    • Cefazoline 2g: éénmalig (8u en 16u na initiële toediening afhankelijk van ingreep)
    • Vancomycine 1 x 15 mg/kg: éénmalig

    Voor patiënten gekoloniseerd of geïnfecteerd met carbapenemase-producerende Enterobacteriaceae (CPE) of andere multidrug resistente organismes (MDRO’s) dient steeds overleg te worden gepland met infectioloog/microbioloog omtrent de keuze van de proyfylactische antibiotica.

Bijgewerkt: 20-5-2025 12:58 Feedback verzenden