pancreatitis

  • acute pancreatitis zonder argumenten voor infectie
    • geen antibioticum
    • bij vermoeden infectie is een punctie aangewezen om infectie te documenteren 
    •  
    •  
    +
  • geïnfecteerde pancreatitis met laag risico op resistente kiemen
    voorkeur +
    alternatief
    • ceftriaxone
    • 1dd 2000 mg 
    • i.v. 
    • duur behandeling * 
    + +
  • geïnfecteerde pancreatitis met risico op resistente kiemen
    voorkeur
    • piperacilline tazobactam
    • 4dd 4000/500mg (over 3u) of 16000/2000mg/24 uur CIV na oplaaddosis van 4000mg 
    • i.v. 
    • duur behandeling * 
    +
    alternatief
    • meropenem
    • 6dd 500mg of 3000mg/24 uur CIV (**) na oplaaddosis van 1000mg  
    • i.v. 
    • duur behandeling * 
    +
  • penicilline allergie
    niet IgE gemedieerd
    • meropenem
    • 6dd 500mg of 3000mg q24 uur CIV (**) na oplaaddosis van 1000mg 
    • i.v. 
    • duur behandeling * 
    +
    IgE gemedieerd +
    • aztreonam
    • 3dd 2000mg 
    • i.v. 
    • duur behandeling * 
    + +
  • antifungale therapie (bij patienten met sepsis of septische shock)
    geen voorafgaande (profylactische of therapeutische) blootstelling aan fluconazole en geen kolonisatie door fluconazole resistente Candida spp. ( Candida glabrata , Candida krusei , ...)
    • fluconazole
    • oplaaddosis van 800mg in 1 dosis op dag 1, gevolgd, vanaf dag 2, door 400mg q24 uur 
    • i.v. 
    • gedurende 7 dagen indien indicatie voor gerichte therapie aanwezig – indien de infectiehaard onvoldoende gecontroleerd is kan een langere behandeling nodig zijn 
    +
    voorafgaande (profylactische of therapeutische) blootstelling aan fluconazole en/of kolonisatie door fluconazole resistente Candida spp. ( Candida glabrata , Candida krusei , ...)
    • anidulafungin
    • oplaaddosis van 200mg in 1 dosis op dag 1, gevolgd, vanaf dag 2, door 100mg q24 uur 
    • i.v. 
    • gedurende 7 dagen indien indicatie voor gerichte therapie aanwezig – indien de infectiehaard onvoldoende gecontroleerd is kan een langere behandeling nodig zijn 
    of
    • caspofungin
    • patiënten ≤ 80 kg: oplaaddosis van 70mg in 1 dosis op dag 1, gevolgd, vanaf dag 2, door 50mg q24 uur. Patiënten > 80 kg: 70mg q24 uur 
    • i.v. 
    • gedurende 7 dagen indien indicatie voor gerichte therapie aanwezig – indien de infectiehaard onvoldoende gecontroleerd is kan een langere behandeling nodig zijn 
    of
  • Opmerkingen

    Recente blootstelling aan antibiotica = gedurende ≥ 5 dagen tijdens de periode van 14 dagen die het begin van de symptomatologie voorafgaat

    Community acquired, geinfecteerde pancreatitis, zonder recente blootstelling aan antibiotica:

    algemeen: Infectie van (peri)pancreatisch necrotisch weefsel en/of vochtcollecties, ‟walled offˮ necrose

    Community acquired geinfecteerde pancreatitis met recente blootstelling aan antibiotica of nosocomiale geinfecteerde pancreatitis:

    algemeen: Infectie van (peri)pancreatisch necrotisch weefsel en/of vochtcollecties, ‟walled offˮ necrose

    recente blootstelling aan antibiotica = gedurende ≥ 5 dagen tijdens de periode van 14 dagen die het begin van de symptomatologie voorafgaat

    empirische therapie steeds in functie van voorafgaande therapie – switch antibiotische klasse aangewezen (vb. vooraf piperacilline/tazobactam → switch naar meropenem)

    Antifungale therapie: Empirisch: bij patienten met sepsis of septische shock

    * gedurende 7 tot 10 dagen, indien de infectiehaard onvoldoende gecontroleerd is kan een langere behandeling nodig zijn

    Klik HIER voor interne richtlijn.

    (**) continu infuus 3g/24u: dagdosis van 3g te geven als 3 giften van 1g over 8u

Bijgewerkt: 4-12-2023 11:33 Feedback verzenden